Het productieproces van een standaard Ultrabrug duurt één tot twee maanden. De installatie van de brug op de plek van bestemming duurt niet langer dan één dag. We nemen u graag mee naar het productieproces van de Ultrabrug.

1. Bekisten van de elementen

De dekelementen worden gegoten in een bekisting van staal of hout. Het dek is over zijn complete lengte gewapend met wapeningsnetten. De wapening wordt voor het storten door afstandhouders op de juiste hoogte gehouden in verband met de benodigde dekking van 10 millimeter. Bij de Ultrabrug in Rotterdam (type 1) wordt aan beide oplegkanten van de dekplaat sparingen gemaakt voor het realiseren van een verbinding  tussen het dek en de randbalken (dit is een gepatenteerde verbinding ontwikkeld door FDN).  De leuningelementen, inclusief randbalken, worden gegoten als één onderdeel en zijn dus dragende leuningen. Bij de Ultrabrug in Eindhoven (type 2) bestaande uit een dek van koker profielen, worden de leuningelementen apart gegoten en later vast gebout aan het dek. Deze leuning draagt niet bij aan de draagkracht van de brug. De rails, waar de leuning in is vastgebout, is meegestort in het dek. De bekisting van de leuningelementen bestaan wederom uit hout of staal. De vormgeving van de leuning komt tot stand door het gebruik van verwijderbare blokken van piepschuim die in de mal worden gelegd en beton eromheen gestort. Het beton krimpt , maar vanwege toepassing van indrukbare polystyreen blokken is het ontkisten van de leuningen eenvoudig.

Productieproces het bekisten van de elementen
Productieproces-storten van het beton

2. Storten van het beton

Het Ultrahogesterktebeton, met een lage w/c verhouding, gedraagt zich als een dicht thixotropisch (lees: stroperig) materiaal. Als dit beton, tijdens het storten, aan trillingen met hoge frequentie wordt blootgesteld, verandert de thixotropiciteit en gedraagt het materiaal zich vloeiender, waardoor het meer geschikt is voor verdichting. Om de juiste vloeibaarheid te krijgen, wordt er een grote triltafel geïnstalleerd onder de mal. Bij lagere betonsterkteklasses (C170/200) is het mengsel zelfverdichtend.

3. Nabehandelen van het beton

Als nabehandeling wordt het beton bewerkt met een op olie gebaseerd melkmengsel. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met de temperatuur van de omgeving. Als het materiaal aan te hoge temperaturen (> 30 °C) en/of een lage vochtigheid wordt blootgesteld, kunnen er scheuren ontstaan in de toplaag van het vers gestorte beton.

Productieproces het nabehandelen van het beton
Productieproces het ontkisten

4. Ontkisten van de elementen

Na de nabehandeling vindt de ontkisting van de brugelementen plaats. Dit proces gaat gepaard met de juiste keuze van het te gebruiken gereedschap in combinatie met grote accuratesse. Alle ontkiste elementen worden opgeslagen en voorbereid voor het voorspanningsproces dat twee weken na het ontkisten kan gebeuren.

5. Naspannen elementen

De brugelementen worden vervolgens nagespannen. De belangrijkste voorspanningskabels bevinden zich bij de Ultrabrug in Rotterdam (type 1) aan de onderzijde van de randbalken van de leuningelementen, die over de gehele lengte van de Ultrabrug lopen. Na het voorspannen van de leuningelementen wordt het dek op de leuningen geplaatst en gemonteerd. Dit gebeurt via een bout-moerverbinding. De ‘loze’ ruimte die hierbij ontstaat, wordt opgevuld met Ultrahogesterktebeton. Bij de Ultrabrug in Eindhoven (type 2) wordt het brugdek nagespannen door gebonden strengen voorspanstaal. Een relatief grote voorspanningskracht wordt toegepast. Bij de Ultrabrug in Eindhoven was de dwarsdoorsnede onder een druk van 17 MPa. Het verankeringssysteem is aan beide einden van het dek gelijk. Het naspannen zelf wordt uitgevoerd aan slechts één zijde van het dek.

Het testen van de Ultrabrug

6. Proefbelasting

Na de montage kan de Ultrabrug worden onderworpen aan een proefbelasting. Dit wordt gedaan om de opdrachtgever een garantie te geven wat betreft de veiligheid van de brug. Wil men volgens de Eurocodes in beton ontwerpen dan is dit slechts mogelijk tot sterkteklasse C100/115 (zeer hoge sterkte beton (ZHSB)). Aangezien bij de Ultrabrug naar een betonsterkte van minimaal C170/200 wordt gestreefd, worden rekenregels gehanteerd die vergelijkbaar zijn met de Franse aanbeveling. De proefbelasting kan eenvoudig worden opgesteld en beproefd met toepassing van waterbakken in orde een halve dag. Vervolgens worden de doorbuigingen van het dek gemeten en vergeleken met de berekende waarden. De resultaten van de proef kan vrij nauwkeurig voorspeld worden met onze berekeningen die gebaseerd zijn op de eerdere proeven.

7. Transport Ultrabrug

De gehele Ultrabrug kan binnen één dag worden getransporteerd naar zijn locatie. Vanwege het relatief lage gewicht van de Ultrabrug, vergeleken met andere bruggen, zijn de transportkosten laag.

Transport van de Ultrabrug

Ter zake

Contact gegevens:

FDN Group

Kingsfordweg 151

1043 GR Amsterdam

+31 (0)20 330 6260

info@ultrabrug.nl

Abonneer op de nieuwsbrief

Download de brochure